Zonnepanelen bestaan uit zonnecellen, meestal gemaakt van silicium. Wanneer zonlicht op deze cellen valt, worden elektronen in beweging gebracht.
Heb je zonnepanelen op verschillende dakhoeken of hellingsgraden? Dan zorgen optimizers ervoor dat elk paneel zijn maximale potentie benut.
De beweging van deze elektronen zorgt voor een elektrische lading, waardoor er gelijkstroom (DC) wordt opgewekt.
In huis gebruiken we wisselstroom (AC), dus een omvormer zet de opgewekte gelijkstroom om naar bruikbare wisselstroom.
De stroom gaat naar je apparaten, en wat je niet meteen verbruikt, wordt teruggeleverd aan het elektriciteitsnet.
Hoe meer zon, hoe meer stroom. Zelfs op bewolkte dagen wekken zonnepanelen energie op, al is dit minder dan op zonnige dagen. In de zomer leveren panelen gemiddeld de hoogste opbrengst, terwijl in de wintermaanden de productie lager ligt.
Een dak op het zuiden met een hoek van 30-35 graden levert de hoogste opbrengst. Panelen op het oosten of westen produceren ook goed, maar ongeveer 10-20% minder dan een perfecte zuidelijke oriëntatie. Platte daken bieden flexibiliteit, omdat de panelen met de juiste hellingshoek kunnen worden geplaatst.
Schaduw van bomen, gebouwen of andere obstakels kan de opbrengst van zonnepanelen aanzienlijk verminderen. Ook vuil, zoals stof, bladeren en vogelpoep, kan de efficiëntie verlagen. Regelmatig onderhoud en strategische plaatsing van de panelen zorgen voor een optimale prestatie.
Niet alle zonnepanelen zijn hetzelfde. Hoogwaardige monokristallijne panelen zetten meer zonlicht om in stroom dan polykristallijne panelen. Ook innovatieve technologieën zoals half-cel panelen en PERC-technologie verhogen de efficiëntie.